Controleer of de sensor gegevens kan verzenden via ten minste één online Cloud Connector in de buurt. Als er geen online Cloud Connectors zijn, controleer dan of de Cloud Connectors in de buurt goed zijn aangesloten en binnen bereik zijn. Raadpleeg deze instructies van het correct installeren van onze sensoren en Cloud Connectors.

Kleine veranderingen in de omgeving kunnen zwakke signaalsensoren verstoren. Kijk naar veranderingen zoals het verplaatsen van Cloud Connectors, nieuwe muren of veranderingen in de infrastructuur die de radiocommunicatie beïnvloeden. Pas de opstelling aan door meer Cloud Connectors of Range Extenders toe te voegen of de plaatsing van de sensoren te wijzigen. Plaats de Cloud Connector in het midden van de kamer, hoog en vermijd afgesloten ruimtes. Wacht een paar uur om te zien of de sensor opnieuw verbinding maakt. Raadpleeg de installatiehandleidingen voor gedetailleerde instructies. Als de problemen aanhouden, neem dan contact op met support.

Als de stroom uitvalt, gaan de sensoren ook offline. Als er altijd stroom is, controleer dan de aansluiting van de Cloud Connector. Test de functionaliteit van de socket met een ander apparaat of verplaats de Cloud Connector naar een andere socket om de connectiviteit van de sensoren te garanderen.

Storingen in mobiele netwerken en cloudservices kunnen onverwachte gevolgen hebben voor de online status van sensoren en Cloud Connector. Instabiele verbindingen kunnen ook resulteren in sensor downtime en gegevensverlies.

Sensoren kunnen stoppen met het rapporteren van gegevens wanneer ze buiten het gespecificeerde temperatuurbereik worden geplaatst. Langdurige blootstelling aan extreme temperaturen kan leiden tot defecten aan de sensor. Raadpleeg de sensorinformatiebladen voor specifieke bedrijfsomstandigheden. Frequente temperatuurschommelingen kunnen ook de levensduur van de sensor beïnvloeden. Pas de temperatuur aan en controleer of de sensor goed werkt.

Onze kleine sensoren zijn niet ontworpen voor installaties met magneten of in de buurt van magneten. Sterke magnetische velden of bevestigingen met magneten kunnen ervoor zorgen dat de batterij van de sensor sneller leeg raakt en niet meer reageert. Haal de sensor van de magneet en wacht een paar minuten om te controleren of hij weer verbinding maakt. Als de sensor geen verbinding maakt, kan dit betekenen dat hij onherstelbaar beschadigd is door de magneet.

Onjuiste plaatsing kan sensoren beschadigen, wat kan leiden tot de status 'offline'. Controleer op zichtbare schade en pas de montage aan om te voorkomen dat externe krachten invloed hebben op de sensor.

Hoewel de sensor waterdicht is, kan langdurige blootstelling aan water leiden tot indringing en een kortere levensduur, vooral bij hoge temperaturen. Bescherm de sensor door hem af te sluiten in een waterdichte behuizing.

Als de sensor al is blootgesteld aan water, probeer hem dan te drogen en controleer of hij nog werkt.

Als je een sensor rechtstreeks op metaal plaatst, wordt het draadloze bereik beperkt. Monteer de sensor opnieuw om direct contact met metaal te vermijden.

Gebruik bereikvergrotende accessoires of kunststof afstandhouders. Je kunt de sensor ook gedeeltelijk op metaal plaatsen of in een hoek van 90 graden plaatsen. Overweeg om een Cloud Connector toe te voegen in dezelfde kamer.

Als de sensor zich niet binnen het bereik van de Cloud Connector bevindt, kan hij regelmatig de boostmodus genereren (boostpictogram). Instabiele verbindingen kunnen dit activeren, zelfs met een sterke signaalsterkte.

Onder normale omstandigheden kan de sensor tot ongeveer 500.000 gebeurtenissen verzenden voordat de batterij leeg is. Als de sensor leeg raakt door een hoog aantal aanraak- of nabijheidsgebeurtenissen, kun je overwegen de sensor te vervangen door een telfunctie.

Probeer ze te vervangen door batterijen waarvan u weet dat ze werken en controleer of de sensor weer online komt. Als de sensor offline blijft, neem dan contact op met support.

Neem contact op met support voor bevestiging van de batterijstatus voordat u de sensor weggooit